In een afgelegen woud
- Robin Martens
- 28 apr 2020
- 2 minuten om te lezen
Door Robin Martens
Er staan een mooie grot diep in een afgelegen woud
Het is er stil, donker en koud
En ook al kan je er met moeite geraken
Er leven wezentjes die s'nachts ontwaken
Kleine wezentjes die leven in harmonie
In een wereld vol tovenarij en fantasie
Ze leven er in hun eigen stad door hun gecreëerd
En wordt door hun koningin beheert
Maar in het bos leeft ook en duistere kracht
Van enge wezens bezeten door haat en macht
Zij hebben het op de enge wezentjes gemunt
Niets is hen gegund
Maar plots op een doodgewone nacht in het bos
Lieten de boze wezens al hun krachten los
Wanneer er plots een grote grijze wolk boven de grot verscheen
Lachten nietsvermoedend, de wezentjes in de grot vrolijk om zich heen
Terwijl ze bezig waren aan hun dagdagelijkse dingen
Probeerde de boze wezens de grot binnen te dringen
Maar plots werd de grijze wolk door een alert wezentje gespot
Meteen ging hij naar de koningin om alarm te slaan
En bedachten ze samen een list om de enge wezens te verslaan
Ze gaan voor een strijd tussen goed en kwaad
Maar de vrolijke wezentjes staan paraat
Ze willen deze strijd tegen het kwade winnen
En laten de enge wezens niet in hun wereld binnen
Terwijl de boze wezens proberen om in de grot in te breken
Was er iets dat ze niet konden weten
De boze wezens hadden namelijk geen gedacht
Dat de grotbewoners beschikte over een magische toverkracht
Ze spraken samen een magische spreuk op de boze wezens gericht
Die namelijk bang waren van het ochtendlicht
Ze lieten de grijze wolk langzaam vervagen
En toverde een zon die alle op liet klaren
Dit hadden de boze wezens niet verwacht
Dat ze verrast gingen worden door een magische toverkracht
De boze wezens werden verrast door de ochtendzon
Waar geen enkel van hen tegen kon
In het bos werd het langzaam warm in plaats van koud
En de boze wezens verdwenen weer diep in het afgelegen woud
R.M. 28/05/17

Comments